Deze column is op 25 mei 2013 bij Radio Rijnmond uitgesproken, bij het programma Chris Natuurlijk. Chris Vemer presenteert een serie over wilde dieren in het deltagebied, onder de titel: De Delta, Wilder dan je denkt?
De Delta is wilder dan je denkt, dat klinkt als een goede slagzin. Wilder, dat is de overtreffende trap van wild. Maar wat is wild? Het zelfstandig naamwoord wild slaat op de culinaire produkten van het jachtseizoen. Reerug, hertenbiefstukjes, wildzwijnsmedaillons, dat is wild. Maar dat wordt niet bedoeld, want tussen de Maasstad en de Maasvlakte lopen zulke dieren helaas niet rond. Het bijvoeglijk naamwoord wild kan van alles betekenen, een wild idee, wild rijgedrag, een wild ADHD-patiëntje, een wild oerwoud. Dat is het ook niet helemaal, het Deltagebied biedt weinig wilds, behalve misschien hier en daar een plek waar streetcar-races worden gehouden door jongens met een overdosis testosteron in hun bloed, en hoewel dat gedrag ook als een onderdeel van de biologie kan worden beschouwd, wil deze radioserie het over de wilde natuur te hebben. Over de meeuwen en de vossen, over rugstreeppadjes in ondiepe poeltjes en over zeehonden op de zandplaten voor het slufterstrand.
Alle aandacht van natuurbeschermers en beleidsmakers gaat uit naar zulke soorten, en als er daar een paar van zijn, dan spreken we over natuur. Echte natuur. Wilde natuur, en dat vlak voor onze voordeur. Maar laten we eerlijk zijn, een beschermd rugstreeppadje of een krijsende zeemeeuw zijn in hun eentje geen natuur. Natuur, dat is een heleboel tegelijkertijd. Honderden soorten plantjes, dieren, schimmels, bacteriën en virussen in een enorme snelkookpan. En al die honderden soorten planten en dieren en ander leven staan in duizenden ingewikkelde relaties met elkaar, ze vreten elkaar op, ze wonen in elkaar, ze maken elkaar ziek, ze profiteren van elkaars aanwezigheid, insecten leggen hun eitjes op het blad van planten, schimmels groeien op de dode restanten van andere soorten, bacteriën verteren de rest, wormen woelen de grond om zodat andere soorten er ook kunnen leven, eencellige wieren versterken de zandbanken zodat de zeehondjes er op kunnen liggen nadat ze een paar haringen hebben opgegeten die zelf ook visjes vraten die weer garnalen aten die ook weer leefden ten koste van een andere soort, kortom, het is één en al netwerk. Net zoiets als het internet, maar dan vanzelf en zonder wifi.
De wilde delta, dat is voor mij niet een knuffelsoort zoals die padjes of de drieteenmeeuw of een aangespoelde bultrug, nee, het is dat hele netwerk, en daarbínnen de zandoorworm. Een hartstikke zeldzaam insectje met enge tangen aan zijn achterlijf, dat bij voorkeur leeft op een bodem van kaal zand en in ons land op maar een paar plekken voorkomt, waaronder op de Eerste én de Tweede Maasvlakte. Als zelfs de zeldzame zandoorworm die eruit ziet als een mini-schorpioentje zich in ons gebied thuisvoelt, dan zit het wel snor, dan is de delta toch behoorlijk wild. Zelfs wilder dan je denkt.